Hou je vast: volgens het World Economic Forum hebben we in 2020 wereldwijd 44 zettabyte aan digitale data geproduceerd. Dat is 40 keer meer data dan dat er sterren zijn in het voor ons zichtbare heelal. Natuurlijk is maar een fractie daarvan bruikbaar voor marketing. Toch kun je als marketeer overweldigd raken door de hoeveelheid data die je kunt verzamelen. Het potentieel is gigantisch, maar welke data is nou waardevol? En wat kun je er het beste mee doen? Het antwoord op die vraag is even eenvoudig als lastig: dat bepaal je zelf.
Alles meten is alles weten – toch?
Persoonlijke gegevens, gebruikersdata, conversies: online kun je echt alles bijhouden. En op het eerste gezicht lijkt al die informatie nuttig. Natúúrlijk wil je weten hoeveel pageviews je de afgelopen 7 dagen had. En hoeveel sessies er waren. Misschien kijk je ook naar het conversiepercentage, of naar de gemiddelde leestijd op de pagina. Maar wat zegt die informatie nou eigenlijk over het succes van je website, campagne of organisatie? Is twintig page views in een week goed, of veel te weinig? En wat heb je eraan om dat te weten? Bepalen welke data relevant voor je is en of je goed bezig bent, kan behoorlijk lastig zijn.
Spieken bij de buren werkt niet
Het lijkt logisch om naar benchmarks te zoeken: vergelijkende onderzoeken waarin je jouw prestaties naast die van een ander kunt leggen. Stel dat je succesvolste concurrent veel meer pageviews heeft dan jij, dan is dat een goede reden om hierop te focussen – of niet? Helaas, ook van benchmarks word je niet altijd wijzer. Misschien heeft je concurrent meer pageviews, maar dat betekent niet dat ze in relatie staan tot hogere conversiecijfers. Of heeft je concurrent gewoon veel meer pagina’s online staan, waardoor de kans automatisch groter is dat bezoekers meer stuks bekijken? En heb je überhaupt zo veel pageviews nodig om je doelen te halen?
‘Omdat het kan’ is geen argument
Wil je als marketeer met data aan de slag, dan is het niet handig om je te laten leiden door wat kán (alles kan!). En ook niet door wat andere bedrijven in je sector doen – je weet namelijk niet wat er áchter hun data zit. Misschien hebben ze wel hele andere doelstellingen en KPI’s dan jij. Maar waar maak je dan wel beleid op?
Kijk naar jezelf
Uiteindelijk ben je zelf je beste maatstaf. Jij weet tenslotte wat jouw organisatie nodig heeft om te groeien. Vanuit die kennis kun je heldere doelen formuleren: wat geldt binnen jouw organisatie als ‘succes’, en welke resultaten moet je hiervoor halen? Heb je dat helder, dan kun je gericht inventariseren welke data je nodig hebt, en welke analyses je erop loslaat. Door een nulmeting te doen en bij te houden in hoeverre je doelen dichterbij komen, kun je nuttige uitspraken doen over je prestaties. Uitgaan van je eigen doelen zorgt dus voor focus in je data driven marketing-strategie. De volgende stap is je data visualiseren. Want je wilt natuurlijk ook dat de waarde van jouw afdeling wordt gezien.
Als data, marketing en sales samenkomen
Keuzes maken vanuit je eigen wensen en ambities: het klinkt eenvoudig, want je bent niet afhankelijk van andere partijen. Tegelijkertijd vergt het specifieke kennis die je misschien nog niet in huis hebt. Zo moet je weten hoe je voor jouw doelen de juiste databronnen selecteert, hoe je hier waardevolle inzichten uit haalt en hoe je ze kunt verzilveren in je marketing- en salesproces. Hiervoor kun je bijvoorbeeld de samenwerking met data-analisten aangaan, in een multidisciplinair team met marketing en sales (‘smarketing’).
Bereid je voor op data driven marketing
Het kan ook slim zijn om een samenhangende data driven marketing-opleiding te zoeken, waarin professionals je in korte tijd het hele proces laten zien: van strategie tot uitvoering. Bij Competence Factory is zo’n opleiding gestart. Aan bod komen onder andere Data driven marketingstrategie, Marketing data collectie & analyse, Marketing automation en Datavisualisatie met Google Data Studio. Alles wat je moet weten om effectief met data driven marketing aan de slag te gaan. You got this!