In dit onderzoek is de deelname aan een Leven Lang Leren van de werkende beroepsbevolking in Nederland en Europa grondig onder de loep genomen.

Onder de deelname aan een Leven Lang Leren vallen alle onderwijsactiviteiten die personen recent gevolgd hebben. Het kan dan gaan om formele opleidingen en/of niet-formele onderwijsactiviteiten zoals cursussen, trainingen, workshops of privélessen.

Er is specifiek gekeken naar de leeftijdsgroep tussen de 25 en 65 jaar, omdat ook de Europese data gebaseerd is op deze bevolkingsgroepen.


De belangrijkste uitkomsten

Binnen Europa is Nederland in 2021 opgeklommen naar de 3e positie als het gaat om het volgen van onderwijsactiviteiten binnen de werkende beroepsbevolking van 25 tot 65 jaar.
Vergeleken met onze directe buurlanden binnen de Europese Unie – België en Duitsland – neemt de werkende beroepsbevolking van 25 tot 65 jaar in Nederland aanzienlijk vaker deel aan onderwijsactiviteiten.
Binnen de sector energievoorziening was het percentage van de werkende beroepsbevolking van 25 tot 65 jaar dat vorig jaar deelnam aan een Leven Lang Leren het hoogst. In 2020 stond deze sector nog op de vijfde positie.

De top 5 sectoren m.b.t. deelname aan een Leven Lang Leren in 2021:

  1. Energievoorziening (43,2%)
  2. Onderwijs (40,5%)
  3. Financiële dienstverlening (39,8%)
  4. Openbaar bestuur en overheidsdiensten (36,0%)
  5. Gezondheids- en welzijnszorg (35,4%)

 

Direct naar:

De cijfers 
Conclusies en interpretatie 
Onderzoeksmethode →

 


Inhoudsopgave

 


De cijfers

Nederland vs Europa

Eurostat (het bureau voor de statistiek van Europa) houdt sinds 2010 per land bij welk percentage van de werkende beroepsbevolking tussen de 25 en 65 jaar in de vier weken voorafgaand aan een enquête deelnam aan formeel of niet-formeel onderwijs.

In onderstaande tabel is het percentage, de positie o.b.v. het deelnemingspercentage en het verschil in positie ten opzichte van het voorgaande jaar te zien.

  Land 2020 2021
Deelname Positie Positie t.o.v. 2019 Deelname Positie Positie t.o.v. 2020
Zweden 26,8% 3 -1  33,4% 1 +2
Finland 28,3% 2 +1 31,7% 2
Nederland 19,9% 4 ⬆ +5 28,8% 3 +1
Zwitserland 29,5% 1 24,4% 4 -3 
IJsland 19,7% 5 23,1% 5
Denemarken 19,5% 6 -2  21,7% 6
Slovenië 9,0% 16 -2 21,5% 7 +9
Noorwegen 16,3% 9 +1 20,0% 8 +1
Estland 17,4% 7 19,4% 9 -2
Luxemburg 17,1% 8 18,1% 10 -2
Malta 12,6% 11 +1 15,9% 11
Oostenrijk 11,9% 12 -1  15,3% 12
Spanje 11,0% 14 +2 14,8% 13 +1
Ierland 11,1% 13 13,8% 14 -1
Portugal 10,4% 15 13,0% 15
Frankrijk 14,2% 10 -4 11,9% 16 -6
Italië 7,6% 18 -1 11,4% 17 +1
Cyprus 4,1% 25 -1 10,7% 18 +7
België 7,3% 20 -1 10,5% 19 +1
Litouwen 7,9% 17 +3 9,6% 21 -3
Letland 7,0% 21 9,3% 20
Duitsland 7,4% 19 +3 7,5% 22 -3
Polen 4,2% 24 +1 6,4% 23 +1
Roemenië 0,8% 31 6,3% 24 +7
Hongarije 5,5% 23 6,2% 25 -2
Tsjechië 5,8% 22 -4 6,1% 26 -4
Kroatië 3,0% 28 5,5% 27 +1
Slowakije 2,8% 29 -3 5,2% 28 +1
Servië 3,1% 27 4,8% 29 -2
Griekenland 3,4% 26 +3 2,8% 30 -4
Bulgarije 1,1% 30 1,2% 31 -1
Bron: Eurostat, Participation rate in education and training (employed)

 


Nederland vs België en Duitsland

In de tabel hieronder is af te lezen dat er onder de werkende beroepsbevolking in Nederland aanzienlijk meer wordt deelgenomen aan scholingsactiviteiten dan in België en Duitsland.

Land 2019 2020 2021
Nederland 20,8% 19,9% 28,8%
België 8,3% 7,3% 10,5%
Duitsland 7,9% 7,4% 7,5%
Bron: Eurostat, Participation rate in education and training (employed)

 


Leven Lang Leren per sector

Onderstaande tabel laat zien hoe het deelnemingspercentage aan een Leven Lang Leren in 2021 verschilt tussen verschillende sectoren. De positie 2021 is bepaald op basis van het hoogste deelnemingspercentage.

Branche Deelname Positie 2021 Positie t.ov. 2020
Gemiddelde 28,8%
Energievoorziening 43,2% 1 ⬆ +4
Onderwijs 40,5% 2
Financiële dienstverlening 39,8% 3 ⬇ -2
Openbaar bestuur en overheidsdiensten 36,0% 4 ⬆ +2
Gezondheids- en welzijnszorg 35,4% 5 ⬇ -2
Informatie en communicatie 34,5% 6 ⬆ +2
Verhuur en handel van onroerend goed 34,3% 7 ⬇ -3
Specialistische zakelijke diensten 31,3% 8 ⬆ +1
Delfstoffenwinning 30,8% 9 ⬇ -2
Overige dienstverlening 27,1% 10 ⬆ +2
Cultuur, sport en recreatie 26,9% 11 ⬇ -1
Waterbedrijven en afvalbeheer 26,3% 12 ⬇ -1
Verhuur en overige zakelijke diensten 22,7% 13
Handel 21,6% 14 ⬆ +2
Vervoer en opslag 20,8% 15
Landbouw, bosbouw en visserij 18,8% 16 ⬆ +4
Bouwnijverheid 18,4% 17 ⬆ +1
Huishoudens 18,2% 18 ⬆ +1
Industrie 18,1% 19 ⬇ -2
Horeca 15,2% 20 ⬇ -6
Extraterritoriale organisaties 0,0% 21
Bron: CBS, Leven Lang Leren; werkzame beroepsbevolking, bedrijfskenmerken

 

Onderstaande staafdiagram geeft goed weer hoe de deelnemingspercentages per sector zich tot elkaar en tot het gemiddelde verhouden.

 

 

 


Arbeidsduur: fulltime vs parttime

In onderstaande tabel is te zien dat het deelnemingspercentage aan een Leven Lang Leren in 2021 het hoogst is de bevolkingsgroep die 28 tot 35 uur per week werkt. Het deelnemingspercentage is het laagst in de bevolkingsgroep die 12 tot 20 uur per week werkt.

Arbeidsduur Deelnemingspercentage 2021
Gemiddelde 28,8%
Minder dan 12 uur per week 27,0%
12 tot 20 uur per week 24,2%
20 tot 28 uur per week 27,4%
28 tot 35 uur per week 31,6%
Voltijd 28,7%
Bron: CBS, Leven Lang Leren; werkzame beroepsbevolking, arbeidskenmerken

 

Arbeidsduur: verschillen op basis van geslacht

In onderstaande tabel is te zien dat het verschil in deelnemingspercentage tussen mannen en vrouwen sterk afhangt van het aantal uren dat iemand per week werkt.

Zo is het deelnemingspercentage bij personen die 28 tot 35 uur per week of voltijd werken duidelijk het hoogst onder vrouwen. Het deelnemingspercentage bij personen die minder dan 12 uur of 12 tot 20 uur per week werken is daarentegen duidelijk het hoogst onder mannen. Bij personen die 20 tot 28 uur per week werken liggen de percentages onder mannen en vrouwen relatief dicht bij elkaar.

Arbeidsduur Mannen Vrouwen
Gemiddelde 27,0% 30,8%
Minder dan 12 uur per week 33,8% 24,3%
12 tot 20 uur per week 34,4% 22,5%
20 tot 28 uur per week 28,2% 27,3%
28 tot 35 uur per week 28,4% 33,2%
Voltijd 26,5% 35,0%
Bron: CBS, Leven Lang Leren; werkzame beroepsbevolking, arbeidskenmerken

 

Arbeidsduur: verschillen op basis van leeftijd 

Het deelnemingspercentage op basis van arbeidsduur verschilt ook per leeftijdsgroep. Zo is het deelnemingspercentage in alle categorieën het hoogst in de leeftijdsgroep van 25 tot 35 jaar.

Ook valt op dat het deelnemingspercentage binnen de leeftijdsgroep van 25 tot 35 jaar het hoogst is onder personen die minder dan 12 uur per week, terwijl het deelnemingspercentage binnen de andere leeftijdsgroepen het hoogst is onder personen die 20 tot 28 uur per week werken.

Arbeidsduur 25 t/m 35 jaar 35 t/m 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
Gemiddelde 35,6% 29,3% 27,1% 22,4%
Minder dan 12 uur per week 58,3% 22,0% 19,6% 10,0%
12 tot 20 uur per week 46,1% 22,4% 20,4% 15,5%
20 tot 28 uur per week 34,0% 27,8% 27,4% 21,9%
28 tot 35 uur per week 37,6% 33,1% 30,6% 24,3%
Voltijd 33,4% 29,3% 26,8% 23,9%
Bron: CBS, Leven Lang Leren; werkzame beroepsbevolking, arbeidskenmerken

 

 


Arbeidsrelatie: vaste arbeidsrelatie, flexibele arbeidsrelatie of zelfstandige

In onderstaande tabel is te zien dat het deelnemingspercentage aan een Leven Lang Leren het hoogst is in de bevolkingsgroep met een flexibele arbeidsrelatie. Het deelnemingspercentage is het laagst in de bevolkingsgroep die als zelfstandige werkt.

Arbeidsrelatie Deelnemingspercentage 2021
Vaste arbeidsrelatie 27,8%
Flexibele arbeidsrelatie 35,2%
Zelfstandige 25,5%
Bron: CBS, Leven Lang Leren; werkzame beroepsbevolking, arbeidskenmerken

 

Arbeidsrelatie: verschillen op basis van geslacht

In onderstaande tabel is te zien dat de verschillen in deelnemingspercentage tussen mannen en vrouwen ook afhangen van het type arbeidsrelatie (vaste arbeidsrelatie, flexibele arbeidsrelatie of zelfstandige).

Daarbij zit vooral in de groep zelfstandigen een groot verschil. Het deelnemingspercentage onder vrouwen ligt binnen deze groep maar liefst 10,7% hoger dan onder mannen.

Arbeidsrelatie Mannen Vrouwen
Gemiddelde 27,0% 30,8%
Vaste arbeidsrelatie 26,7% 29,0%
Flexibele arbeidsrelatie 34,9% 35,6%
Zelfstandige 21,7% 32,4%
Bron: CBS, Leven Lang Leren; werkzame beroepsbevolking, arbeidskenmerken

 

Arbeidsrelatie: verschillen op basis van leeftijd

Het deelnemingspercentage op basis van arbeidsrelatie verschilt ook per leeftijdsgroep. Zo is het deelnemingspercentage in alle categorieën het hoogst in de leeftijdsgroep van 25 tot 35 jaar.

Ook valt op dat het deelnemingspercentage binnen de leeftijdsgroep van 55 tot 65 jaar het hoogst is onder personen die als zelfstandige werken, terwijl het deelnemingspercentage binnen de andere leeftijdsgroepen het hoogst is onder personen met een flexibele arbeidsrelatie.

Arbeidsrelatie 25 t/m 35 jaar 35 t/m 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
Gemiddelde 35,6% 29,3% 27,1% 22,4%
Vaste arbeidsrelatie 32,8% 29,4% 27,0% 22,4%
Flexibele arbeidsrelatie 42,9% 33,1% 28,7% 21,1%
Zelfstandige 28,0% 25,3% 26,4% 23,3%
Bron: CBS, Leven Lang Leren; werkzame beroepsbevolking, arbeidskenmerken

 


Werkende vs werkloze beroepsbevolking

Onderstaande tabel toont het verschil in deelnemingspercentage tussen de werkende en de werkloze beroepsbevolking. Het valt op dat het percentage onder de werkloze beroepsbevolking hoger ligt dan onder de werkzame beroepsbevolking.

Deelname Leven Lang Leren Werkloze beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking
Totaal 30,4% 28,8%
Mannen 28,7% 27,0%
Vrouwen 32,0% 30,8%
Bron: CBS, Leven Lang Leren; beroepsbevolking

 


Conclusies en interpretatie

[volgt nog]

 


Onderzoeksmethode

In dit onderzoek is de deelname aan een Leven Lang Leren van de werkende beroepsbevolking in Nederland en Europa onderzocht op basis van cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en Eurostat m.b.t. de werkzame beroepsbevolking van 25 tot 65 jaar.

Definitie van deelname aan 'Leven Lang Leren'
Onder Leven Lang Leren vallen alle opleidingen en cursussen die personen volgen of recent gevolgd hebben. Het kan dan gaan om formele opleidingen en/of niet-formele onderwijsactiviteiten zoals cursussen, workshops of privélessen.

De methode die gebruikt is voor het samenstellen de cijfers van het CBS is te vinden in de onderzoeksbeschrijving van de Enquête Beroepsbevolking (EBB). De cijfers van het CBS komen overeen met de Nederlandse cijfers die door Eurostat gepubliceerd zijn.

Datasets
Alle uitkomsten in dit onderzoek zijn gebaseerd op data uit de onderstaande datasets:

Geen focus op verschillen met voorgaande jaren
Vanwege wijzigingen in het onderzoeksdesign en de vragenlijst van de Enquête Beroepsbevolking (EBB) van het CBS in 2021 zijn de cijfers van 2021 niet een-op-een vergelijkbaar met eerdere jaren. We hebben er daarom voor gekozen om in dit onderzoek geen focus te leggen op verschillen met voorgaande jaren.

 

 

 

 

 

Download de brochure

En maak een nieuwe stap in je loopbaan. We sturen de brochure naar je e-mailadres!

Bedankt!

Je ontvangt een definitieve bevestiging van je aanvraag per mail.

Blijf op de hoogte van nieuwe trainingen en events

Schrijf je in voor de nieuwsbrief!

Bedankt!

Je bent nu ingeschreven op onze nieuwsbrief.

Bedankt!

Je bent nu ingeschreven op onze nieuwsbrief.

Opgeslagen
Opgeslagen in favorieten