Medewerkers beginnen liever vandaag dan morgen met Het Nieuwe Werken. Ze zien er grote voordelen in, vooral voor de afstemming tussen werk en privé. Hun managers lijken vooralsnog wat minder enthousiast.
Toch is er geen weg terug: organisaties die achterblijven, lopen het risico dat talentvolle medewerkers hun baan ergens anders gaan zoeken.
Dit meldt Kluwer naar aanleiding van een onderzoek over Het Nieuwe Werken (HNW). Aan dit online onderzoek deden ruim 3.000 werknemers mee. Uit het onderzoek bleek dat de ondervraagden verrassend snel gewend raken aan HNW. 82 procent van de deelnemers heeft er al van gehoord. Een jaar geleden was dat de helft minder.
Velen denken ook dat het een blijvende trend is, nauwelijks een tiende denkt dat het om een hype gaat. De termen flexibiliteit en vrijheid spreekt de werknemers aan. Ook de oudere generatie staat open voor verandering op de werkvloer.
Ondertussen brengt de helft van de ondervraagden HNW in de praktijk. Vooral voor de ‘veelwerkers’ – die meer dan 40 uur per week werken – is dit een ideale oplossing. Wel valt het op dat vooral de werknemers in hoge functies gebruikmaken van HNW.
In ondersteunende en faciliterende functies maken ze minder gebruik van het HNW; ze geven aan hier minder mogelijkheid toe te hebben of krijgen. Ook in praktische zin is een groot deel van de ondervraagden klaar voor HNW: 83 procent heeft de technische middelen om thuis te kunnen werken.
Het is voor een organisatie belangrijk om mee te gaan met HNW. “Organisaties kunnen zich geen achterstand permitteren,” meldt Dick Bijl, specialist in HNW. “Natuurlijk is investeren in deze tijd van bezuinigingen extra moeilijk. Maar een achterstand op dit gebied betekent dat talentvolle medewerkers straks weglopen naar een werkomgeving die meer flexibiliteit biedt.”